Dit is fragment nummer 5 van het boek "Wembley" van Richard Osinga.
Het opstaan
Geen schaamte. Alles is te zien, vanaf de eerste uren van de dag als alle kleuren grijs zijn, tot de avond wanneer achter elk raam het licht van de televisie danst. Niets blijft verborgen. Alles, alles, alles. Geen geheimen รข geen tradities, zegt Aboubakari.
Ik sta voor het raam en kijk naar de honderden ramen. Wie wakker is maakt zich klaar voor de dag: eten voor de tv, vertrekken in stilte, weggedoken in kraag en sjaal. De auto staat buiten te wachten. Lege huizen blijven achter.
De zon is op, maar nergens te zien. De straten zijn vaal, alsof een wind uit de woestijn alles met een dun laagje stof heeft bedekt. Niemand buiten, geen kind dat speelt, geen vader die brood haalt voor het ontbijt, geen moeder op weg naar de markt, geen jongens die zich verzamelen om te praten, te lachen en te wachten tot de avond komt.
Regent het? Het regent elke dag en het regent nooit.
Youssou komt zo. Dit is zijn bed. Het ruikt naar de schoonmaakmiddelen waarmee hij werkt. Het zijn geuren van bloemen waar de zon nooit op geschenen heeft. Hij wil niet wachten wanneer hij uit zijn werk komt. Hij is moe en wil slapen. Ik ben dankbaar dat ik zijn bed mag gebruiken zolang hij werkt, maar als ik geld heb is het eerste dat ik koop een eigen bed.
Ik veeg met mijn hand het laken schoon. Ik verzamel de kleine haartjes, stukjes nagel. Ik laat niets achter. Je weet nooit.
Naar het begin - Doe mee - Lees verder >>
0 comments:
Post a Comment